Om je een idee te geven. In mijn woonkamer heb ik een zacht blauwe muur en een aantal verschillende tinten lichtbruin op muren en in kasten, tafeltjes etc. Het doet denken aan een zonnige dag op de Vliehors of op het Fortstrand.
De amateur-psycholoog die nu een abc’tje meent te ontdekken, moet ik teleurstellen. Die kleuren heb ik gekozen in 2006. Een kleine 4 jaar voordat ik ooit op Vlieland ben geweest. Sterker nog: mijn moeder wil me er nog wel eens aan herinneren dat ik als kind bang was voor de zee. Ik durfde niet naar de waterkant te gaan. Al heb ik, geloof ik, wel altijd graag op boten gezeten en ik heb toch al jaren de neiging om naar de zee te gaan kijken als ik in de buurt ben. Al is het maar heel even. ‘Vlieland en ik’ is een samenloop van omstandigheden.
Maar ik dwaal af.
In september 2010 ben ik voor het eerst op Vlie. Mijn ouders zijn 40 jaar getrouwd, bezoeken de eilanden regelmatig en willen ons (kroost) wat eilandgevoel meegeven.
In die tijd ben ik geen heel erg fanatieke fotograaf. Althans. Ik fotografeer al sinds mijn 12de / 13de jaar en ben bovendien afgestudeerd audiovisueel programmamaker (TV en video dus). Ik heb zodoende een bepaald basisniveau waar ik niet onder wil zakken. Ik kan het fotograferen niet missen, maar heb een alles-in-een-cameraatje. Een Sony Cybershot DSC-H2. Een zogenaamde bridge-camera die tussen compact en spiegelreflex in valt. Op dat moment zo’n 4 jaar oud en mijn eerste digitale camera. Ik heb bij aanschaf niet eens echt in de gaten dat het in zijn genre een heel goeie camera is. Met maar liefst 12x zoom en 6 hele megapixels. Maar ik denk niet heel hard na over mijn beelden. Dat heb ik in het videowerk veel gedaan. En genoeg is genoeg.
Ik dwaal af. Vlieland.
Eerste kennismaking is niet echt geweldig. De overtocht is grijs en winderig. Eenmaal op het eiland komt daar druilerige regen bij. Toch het Vuurboetsduin beklommen. Vanwege het uitzicht, wat er op dat moment niet is want het is donker en grijs. De zeebaarsfilet, later op de avond, maakt veel goed.
Dag twee. We logeren in een hotel in de Dorpstraat aan de waddenkant. In een vreemd bed ben ik doorgaans vroeg wakker en voor het ontbijt sta ik daarom al op de waddendijk. Met de Sony.
De wolken breken open. In het grijze dek ontstaat een gat. De zon is al ruim op en straalt door het gat op de Waddenzee, op Vlieland. Mijn eerste ‘echte’ Vlieland-foto’s.
Die dag ontwikkelt zich tot een prachtige nazomer-dag en we trekken te voet naar het Posthuys. Daar proeven we van de rust die bij het eiland hoort.
De derde dag is de dag van de thuisreis. De wind is er weer en de zon wordt enigszins gehinderd door het wolkendek, maar niet in dezelfde mate als twee dagen eerder. Voordat we inchecken bij Doeksen, lopen we nog even naar de jachthaven en, nu terugkijkend, breekt daar ook even wat Vlieland-magie door. Qua licht en sfeer, bedoel ik dan. Op dat moment heb ik eigenlijk nog niet in de gaten dat ik besmet ben.
Die eerste ‘echte’ foto laat me niet los. En een paar maanden later, laat ik een afdruk op canvas maken. Die foto heeft zoveel Vlieland in zich. Op het eerste gezicht is het de natuur die indruk maakt: het wolkendek en de zee. Maar overal is de mens: de masten die omhoog steken vanuit de jachthaven, de bakens en boeien langs de vaargeul en de condens sporen van vliegtuigen die je ziet door het gat in de wolken. En Vlieland gaat, voor mij, onder andere over die relatie tussen mens en natuur. Ook als ik zo min mogelijk mens probeer te laten zien. Maar daar kom ik nog wel eens op terug, vermoed ik. De foto hangt nog altijd op mijn slaapkamer, boven het voeteinde van mijn bed.
Als ik in 2012, twee jaar later dus, plannetjes zit te maken voor mijn vakantie denk ik: laat ik eens teruggaan naar Vlieland. Het idee is er opeens. Twee overnachtingen. Normaal vul ik de vrije dagen met dagtochtjes hier en daar. Mijn aanpak van fotografie is nog dezelfde en ik gebruik ook nog steeds de Sony. Al heeft het beestje mij dat jaar met carnaval in de steek gelaten. Rare kuren waardoor ik het grootste deel van de optocht (in Weert natuurlijk) niet heb kunnen fotograferen. Dus ergens in mijn achterhoofd speelt de term ‘nieuwe camera’ door mijn hoofd.
Het is juni. Het weer tijdens de overtocht is prachtig en als we het eiland naderen, lijkt het wel een tropisch paradijs. (NB: ik zie dus slecht…. Er staan echt geen palmbomen). Als we Stortemelk gehad hebben en we langs het eiland naar de Veerdam koersen zie ik mensen op het dek met een verliefde blik naar het eiland turen. Of beeld ik me dat in en is het projectie van mijn kant? Mooie dagen. Mijn eerste bezoek aan de Vliehors, zomeravondconcert van de fanfare -helaas zonder zeevrouwenkoor, maar wel met Jan Houter- dat voortijdig wordt beëindigd (afgeblazen….ha, ha) vanwege een naderend onweer. En op de laatste ochtend prachtige wolkenluchten bij een kloeke kracht 4.
Later die zomer krijgen we op het werk bij team Communicatie opeens de beschikking over een Canon 7D spiegelreflexcamera. Vanwege mijn achtergrond ontferm ik me over het ding en alles wat ik geleerd heb over fotografie, werken met lenzen etc. etc. komt weer terug. En binnen een aantal weken weet ik dat ik ook zo’n ding aan moet schaffen. Voor het eerst sinds jaren ga ik weer echt zoeken naar de geschikte camera. Wat heb ik er voor over en wat kan ik voor dat bedrag krijgen. En dan is daar mijn trouwe Nikon D7000. Het beste wat je op dat moment kan krijgen voor mijn beoogde maximumbedrag en Nikon-stijl past me beter dan Canon-stijl. Blijkt nu.
En in februari 2013 sta ik weer op Vlieland. En in september 2013. Januari, juni en september 2014/ Etc. etc. De teller staat nu op 16 bezoeken.
Met een cameratas die zwaarder is dan de kledingtas.
Peter
Mooi verhaal weer Peter. Het is een genot jouw hersenspinsels te lezen! De liefde voor Vlieland druipt er af. Dit, en de verhalen van je ouders, werken ook aanstekelijk. Wij moeten ook maar eens gaan kijken daar.
Ben altijd beschikbaar voor tips.
Dat is een goed idee, zo’n mooie blog. Vlieland komt tot leven in je woorden en in die plaatjes. Het is en blijft een zalig eiland. Wij zijn daar voor het eerst in 1983 geweest en sindsdien nog ontelbare keren. Soms wel drie keer per jaar. In het huisje in Duinkersoord en toen dat verkocht werd in het hotelletje aan het Wad. En zo ontzettend veel mooie foto’s gemaakt ook. Van de luchten, van de stilte en de uitgestrektheid, van de vele uren plezier met onze kinderen en nu zelfs met de volgende generatie. Vlieland, puur genieten.
En een geheugen van een olifant of heb jij toch ook iets van een dagboekje bijgehouden? En dan nu nog de plaatjes?
Geen boekje. Alles uit het hoofd.