‘Welkom op de bodem van de zee’
Met deze woorden heet Josephien ons welkom op een zandplaat tussen de Richel en Vlieland. Het water in de Waddenzee zakt en de plaat is net droog gevallen. Althans, op het moment dat we aanlanden is het nog een grote waterplas, maar het water zakt snel. Het zand aan de oppervlakte ligt in min of meer regelmatige golfpatronen. Wat het gevolg is van een natuurlijk sorteer-proces. Water verplaatst het zand, maar lichte zandkorrels gaan verder mee dan zware en zo sorteert het zich in golfjes.
Onder leiding van Josephien steken we te voet de zandplaat over om zo dicht mogelijk bij de zeehonden te komen die zich daar hebben geïnstalleerd. En met ‘zo dicht mogelijk’ bedoel ik natuurlijk op respectvolle afstand. Wij zijn immers te gast bij de zeehonden. Zij zijn er niet voor ons vermaak.
Josephien is de gastvrouw op de Phoca. Een voormalige patrouilleboot van het ministerie, gebouwd in 1976. Ze is getrouwd met schipper Harm, die zijn hele leven heeft gevist op het Wad. Na zijn pensioen als beroepsvisser zijn ze zo’n 7 jaar geleden begonnen met de Phoca. Tochten met groepen toeristen, zoals ik, en ‘taxi’ voor de onderzoekers op Griend en de Richel. Ik vermoed dat ze met die onderneming zijn begonnen om geen afscheid te hoeven nemen van de Waddenzee, wat ik begrijp, en de behoefte om het echte waddengevoel te delen met zo veel mogelijk gelijkgestemden. Ook dat waddengevoel begrijp ik inmiddels.
Logistiek is fotograferen op de zandplaat een hele operatie. De Phoca heeft te veel diepgang om bij de platen te komen en dus moeten we van de Phoca overstappen in de rode volgboot. Maar vanuit de volgboot kom je ook niet met droge voeten op de plaat. Als je de boot verlaat, sta je nog altijd tot je knieën in het water. Dus krijg je een waadpak. Wat veel soepeler en flexibeler is dan ik verwachtte voordat ik er ooit een aan had. Met mijn 46 jaar heb ik verder geen excuus om te klagen. Harm is immers de 70 al ruim gepasseerd. Maar ik heb een camera en wat lenzen bij me en dit is niet de natuurlijke omgeving voor dat spul. Naast mijn Nikon heb ik in de schoudertas een 24-70mm f2.8 reportage-lens, de 300mm f4 tele en een teleconverter (1,7x). Die laatste twee zijn een must vanwege de zeehonden. Omdat we dus niet voor hun grijze neuzen gaan staan, heb ik mijn maximale langeafstandsbereik nodig. Om alles te beschermen kan alles, inclusief schoudertas als het moet, in een waterdichte tas, die ik gelukkig aan het waadpak kan gespen. Al met al is het overstappen op, uit- en instappen van de volgboot een beetje een zenuwending omdat mijn camera ook mijn kindje is. Ik ben niet overdreven voorzichtig, geloof ik, maar er zijn minder gespannen momenten in mijn leven en ik ben blij als ik op de plaat of weer op de Phoca sta.
En ondanks al het ge-bescherm van de fotospullen wil ik alles wel weer zo snel mogelijk uit de tas hebben om te fotograferen.
Ik ben dus niet alleen. We zijn met een hele groep. En behalve de zeehondensafari, wordt er ook op garnalen gevist. Terwijl wij naar de zeehonden gaan kijken, is Harm op een andere plaat al het visgerei klaar aan het zetten. Wij lopen langs de rand van een geul. Aan de overkant liggen zeehonden en een aantal grijze vrienden zwemt onze kant op om een kijkje te nemen. De hele tijd zie je de koppies opduiken. Je kan ze geen ongelijk geven. Een groep rare dieren met allerlei bonte kleuren die blijkbaar niet goed kunnen zwemmen en al helemaal niet kunnen vliegen en die toch rondlopen in een gebied waar ze overduidelijk totaal niet kunnen overleven. Als ik een zeehond was, zou ik ook nieuwsgierig zijn.
En uiteraard is mijn cameraatje voorzien van de hele tele-setup. Van mezelf zie ik op zich wel waar de zeehonden opduiken, maar pas bij het terugkijken van de foto’s zie ik welke kant ze opkijken en dus of het een goede foto is. Veel plaatjes maken is dus het devies.
Dit is mijn tweede tocht. Het is 20 september 2017 en ook in september 2016 ben ik mee geweest. Een van de dingen die ik van die tocht heb onthouden is het gebrul van de zeehonden die, onderling iets ‘te regelen hadden’. Het zijn niet per se lieverdjes en soppend over het wad realiseer je je ook dat jij, als onaangepast mens, hier in het nadeel bent. Alleen al vanwege zo’n waadpak. Weliswaar loopt het makkelijker dan je zou denken, maar ik zie het ook niet meteen opduiken bij de olympische atletieknummers als het nieuwe geheime wapen voor het halen van een recordtijd. Allemaal goede redenen om niet te dicht bij een grote groep zeehonden te komen. Had ik al gezegd dat ze flink in de meerderheid zijn?
Al met al zijn we helemaal niet ver van Vlieland verwijderd. Het eiland verdwijnt de hele tocht nooit uit het zicht. En toch is zo’n zandplaat in zee een totaal andere wereld. Zelfs vergeleken met Vlieland, kan je nagaan. Als groep nemen we de ruimte. We lopen relatief ver uit elkaar. Dat hoort bij het ervaren van de ruimte.
Met het rode bootje zet Harm ons over naar een andere plaat voor het vissen op garnalen. Weer camera inpakken en uitpakken. En aan de andere kant gaat de 24-70 op de camera. Het devies blijft: zo veel mogelijk foto’s maken. Je komt er niet elke dag en de tijd is gelimiteerd. Zelf maak ik daarom geen rondje met een sleepnet om op garnalen te vissen.
Het is bizar dat je in zo’n minimalistische omgeving maar niet raakt uitgekeken. Maar ‘zoveel mogelijk foto’s maken’, betekent niet dat ik in het wilde weg maar in het rond schiet. Juist in deze lege omgeving is de compositie erg belangrijk. Ik let daarom op alles. Niet in de laatste plaats de wolken. Het zijn niet de mooiste waddenwolken die ik ooit heb meegemaakt, maar ze zijn heel bruikbaar als natuurlijk kader voor het onderwerp. Wat er ook bij hoort is, dat je niet te beroerd moet zijn om eens een stap naar links of naar rechts te doen ten behoeve van de compositie. Als je tot over je knieën in zee staat is dat makkelijker gezegd dan gedaan. De ondergrond is minder stabiel en het water trekt en duwt. Maar met duur cameraspul in handen is vallen geen optie. Al met al een tamelijk intensieve exercitie.
En dat is het mooiste van fotografie. De beste foto’s maak je, als je helemaal in het moment bent. Als je na de vorige alinea denkt dat het hectisch is om hier foto’s te maken, heb je het mis. Je ontkomt niet aan de rust, de ruimte en het licht. Dat moet je 100% binnen laten komen. Het bedienen van de camera en het zoeken naar compositie gaat op intuïtie. Maar intuïtie is uiteindelijk een vorm van diep gewortelde ervaring. En al met al is het behoorlijk ‘zen’. Cursus mindfulness? Nee bedankt.
Harm zet ons in groepen terug op de Phoca. Josephien en de gevangen garnalen gaan mee in de eerste boot. Als ik aankom met de tweede lading is de tafel op het achterdek gedekt met een uitgebreid assortiment hapjes, knabbels en drankjes en Josephien is binnen al bezig met het prepareren van de garnalen zodat die zich even later bij de hapjes en de knabbels kunnen voegen.
Foto-pauze. Terug cruisen naar ons favoriete eiland. Het is op 20 september in Nederland enigszins onverwacht een mooie nazomer-dag geworden en Bob, een van mede-avonturiers, heeft een berichtje gekregen van een bekende die even wil laten weten dat ze toch maar mooi in Amsterdam op een terrasje zit.
Wij lachen er maar om……..
Peter
Prachtig mooi geschreven Peter ! Bedankt dat je jouw beleving van het Wad met ons wilt delen. Een echte eye – opener !