Ehm, ja…. dus…….Schiermonnikoog.
En niet Vlieland.
Ik heb het normale patroon doorbroken en ben in juni een week op Schiermonnikoog geweest.
Ben ik uitgekeken op Vlieland?
Antwoord: nee. Verre van.
Maar punt 1, en dat is heel simpel, het Waddengebied is veel meer dan enkel Vlieland, dus het wordt langzaam tijd dat ik eens wat meer rond ga kijken. Twee jaar geleden tijdens een paar dagen Friesland een dagtripje Schiermonnikoog gedaan en dat moest nog een vervolg krijgen.
Punt 2 is langer (en eigenlijk te lang om een punt te zijn).
Vlieland is bekend terrein. Voor de toerist in mij, die wil ont-stressen, is dat alleen maar gunstig. En voor mij als slechtziende toerist is het extra gunstig; ik ken de weg, hoef niet steeds op landkaarten met kleine lettertjes (al dan niet online) te kijken. Heb mijn favoriete restaurants en weet zelfs zo’n beetje hoe de rekken zijn ingedeeld bij de supermarkt. Om eens wat te noemen. De sleur doorbreken in een andere omgeving, die toch vertrouwd is.
Voor de fotograaf in mij is het voordeel wat minder eenduidig. Aan de ene kant is ‘bekend’ ook wel degelijk goed. Ik heb het in deze blog ook vast wel eens gezegd; zeker als je landschappen fotografeert is het goed een plek goed te kennen en vaak, liefst onder wisselende omstandigheden, te bezoeken. Om te zien wat het licht doet, wat de kleuren van een seizoen zijn enzovoort. Wat dat betreft ben ik met Vlieland aardig op weg.
En het is ook echt nog steeds bij elk verblijf op Vlieland weer net even anders. Elke keer vallen andere dingen op. Bovendien ontwikkelt de fotograaf in mij zich nog steeds. Dus de waarnemer (ik dus) is zelf ook steeds elke keer weer een beetje anders. Heeft zijn blik verder ontwikkeld. Heeft weer wat nieuwe dingen geleerd, zoals de mogelijkheden van een nieuwe camera of ideeën die je ziet op tentoonstellingen of in boeken. Het versterkt elkaar. Als je het goed doet tenminste.
En zo zijn ook de foto’s die ik mee terug breng van Vlieland steeds weer een beetje anders. Gelukkig zijn er ook mensen die dat in mijn foto’s zien en die dat benoemen.
Mijn gedachten-spinsels op Schiermonnikoog zijn dan ook ruwweg op te delen in twee stappen. Stap 1: ontdekken van een nieuwe omgeving (Schier). Stap 2: die nieuwe omgeving vergelijken met de bekende omgeving (Vlie). Wat er uiteindelijk toe moet leiden dat ik die bekende omgeving weer wat beter ga begrijpen. En het mooie is dat je de nieuwe omgeving door dat vergelijk ook sneller, beter begrijpt. Wat je in management-termen dus win-win noemt.
De behoefte om ook ander plekken in het Waddengebied te gaan verkennen, is mede ingegeven door wat ik zie op Facebook en Instagram. Je ziet nogal wat bijdragen van mensen die helemaal verslingerd zijn aan ‘hun’ eiland. Niet zelden zijn de ‘liefdesverklaringen’ vormgegeven met een foto. Ook niet zelden zijn dat dan foto’s die, objectief beschouwd, eigenlijk op elk eiland gemaakt kunnen zijn. Wat ik bedoel: een compositie met wit duinzand, helmgras en een blauwe lucht met wat mooie Hollandse wolkjes kan op eender welk Waddeneiland zijn gemaakt. Neemt niet weg dat het representatief kan zijn voor het gevoel dat iemand heeft als hij/zij door de duinen zwerft op zijn/haar favoriete eiland.
Om echt ‘typisch Vlie’ of ‘typisch Schier’ te vangen in een beeld, moet je daarom ook afstand kunnen nemen van je onderwerp. Je kan immers ook niet je hele leven hetzelfde merk bier drinken en dan zeggen dat dat het lekkerste bier is. Want hoe weet je dat?
En zodoende heb ik me prima vermaakt op Schiermonnikoog. Ik ga ook zeker terug. Vaker dan één keer en in andere seizoenen. Ontegenzeggelijk is er op Schier meer variatie qua natuur. Het dorp is ook pittoresker omdat het oude gedeelte ruimer is opgezet met meer groen. Het voelt meer als buitenwijk. Maar dat is misschien ook omdat het dorp in zekere zin versie 2.0 is. Het oorspronkelijke dorp lag iets te kwetsbaar ten opzichte van de zee, dus hebben ze het opnieuw en beter gedaan.
De zee is letterlijk, maar daardoor ook figuurlijk, verder weg, Het centrum van het dorp ligt niet direct aan het water en het strand is breder. Dus als je de laatste duinenrij bent gepasseerd, moet je nog een behoorlijk eind voordat je aan de vloedlijn staat.
Het is apart. Vaak komt in marketing van een product of bedrijf terug dat iets ‘in het dna’ van het bedrijf zit. Dat het bedrijf ooit begonnen is vanwege zus-en-zo en dat dat eigenlijk nooit veranderd is en dat dit ook weer helemaal blijkt uit dit nieuwe product. Je doet het af als marketing bla-bla. Maar ergens bestaat er misschien toch wel zoiets als dat dna. Dat eerste kiempje.
Permanente bewoning van Schier is begonnen in de vorm van een klooster, een uithof van een kloosterorde. En ze moesten voor hun afzondering over het water om er te komen, maar dat maakt ze nog geen zee-mensen. En het is net of dat allereerste begin nog steeds bepalend is. Het is in principe mogelijk om de zee een dagje te mijden tijdens een verblijf op Schier. Op Vlieland kan dat niet, tenzij je echt in je appartementje blijft zitten.
En dat alles maakt juist de fascinatie voor Vlieland ook sterker. Het ligt verder van het vasteland, het is minder ‘af’, heeft meer rauwe randjes. En is meer ‘zee’. En het is misschien wel iets minimalistischer.
Een echt vergelijk tussen Vlieland en Schiermonnikoog is pas eerlijk als ik vaker op Schier ben geweest. In de winter bijvoorbeeld, want dat is voor Vlieland eigenlijk mijn favoriete periode, terwijl juni ook op Vlieland mijn minst favoriete periode is.
Maar toch: ondanks de huidige staat van transport en telecommunicatie, is het apart dat je voor beide eilanden een andere relatieve afstand tot de rest van de wereld ervaart. Het volgende Waddenbezoek gaat gewoon weer naar Vlieland natuurlijk. Maar hoe de ervaringen op Schier terug gaan komen in foto’s van de volgende ronde Vlieland weet ik nog niet.
Gewoon meedeinen met de golven. We zien wel….
Peter
En nu op naar Terschelling. En Texel