En dan zijn er weer grenzen. Dat wil zeggen: door corona (en Brexit) zijn we ons er weer bewust van geworden dat zo’n concept bestaat.
Gek genoeg woon ik al zo’n 15 jaar in Venlo en heb ik tot vorig jaar helemaal niet zoveel aandacht besteed aan de grens. Natuurlijk zit ik als inwoner van het centrum regelmatig midden tussen hordes ‘Einkaufs-Touristen’. (Of beter gezegd ‘zat ik’, want massaal is het nu al een tijdje niet meer) En uiteraard is het een belangrijk thema op het werk. Oftewel: ik ben me er echt wel van bewust dat ik in een grensstad woon. En het is ook onvermijdelijk dat je op momenten bij de grens in de buurt komt, maar echt doelbewust heb ik de grens nauwelijks opgezocht. Alleen een keer naar de Herungerberg, om eens te kijken waar het Venlo-incident had plaatsgevonden. (Een half jaar voor de Duitse inval in mei 1940 zijn in november 1939 gewapende Duitsers al de grens overgestoken om twee Britse geheim agenten gevangen te nemen.)
Oh en op het to-do lijstje ergens in mijn achterhoofd stond ook dat ik nog eens wou gaan kijken naar de overblijfselen van het militaire vliegveld uit de Tweede Wereldoorlog. De Fliegerhorst.
Dat was het wel zo’n beetje.
En het ligt niet eens aan Venlo. Toen ik in Heerlen woonde en in Kerkrade werkte had ik ook geen speciale interesse in ‘de grens’. Ook al ben ik in Kerkrade wel degelijk eens op de befaamde Nieuwstraat geweest.
In het jaar voor corona zijn er echter wat meer Duitse accenten gezet. In het voorjaar van 2019 kregen we op het werk een groep Duitse studenten op bezoek. Ambtenaren in opleiding die meer wilden leren over ‘digitale kommunale Verwaltung’. Digitaal werken en dienstverlening bij de overheid. Kort daarna kregen we een groep collega’s op bezoek uit Krefeld. Over hetzelfde thema. De Duitse overheid blijkt namelijk een tikje achter te lopen op dit punt.
En via het contact met de studenten en hun hogeschool in Münster, belandde ik in februari 2020 met een aantal collega’s als gastsprekers op een mini-congres in datzelfde Münster. En als corona er niet tussen was gekomen, hadden we een paar weken later weer een nieuwe lichting studenten op bezoek gehad in Venlo.
Zal allemaal altijd wel bij de leukere werkervaringen blijven horen. En hoewel het mini-congres bedoeld was voor (hele) hoge ambtenaren, directeuren en burgemeesters, was het eigenlijk zeer relaxed. Op zijn minst heb ik in die laatste 12 maanden voor corona mijn Duits goed op kunnen halen. Maar wie weet waar het allemaal nog meer toe geleid zou hebben. Ik zou in de zomer op zijn minst de grens zijn overgestoken voor een vervolgbezoekje aan Münster. Gewoon om er eens nader rond te kijken. Ik mag die Duisters wel.
Maar opeens is de grens weer een grens geworden.
Het bezoeken van de grens en het vastleggen van Venlo als grensgebied is zodoende wel een heel bewust dingetje geworden.
Weselseweg, Kaldenkerkerweg (Venlo en Tegelen), Leutherweg, Straelseweg (Venlo en Velden), Louisenburgweg, Herungerberg, Herungerweg. Allemaal straatnamen die verwijzen naar plaatsen in Duitsland. En zoals dat hoort bij wegen die genoemd zijn naar een andere plaats: het zijn ook de historische verbindingen met die andere plaatsen. (Met uitzondering van de Louisenburgweg). Je ziet ook aan gebouwen langs die wegen dat ze een interessante geschiedenis hebben.
Bij een aantal grensovergangen herken je aan zowel Nederlandse, als ook Duitse zijde de oude douane-gebouwen. Vooral bij de Bevrijdingsweg in Venlo en de Kaldenkerkerweg in Tegelen zie je duidelijk dat die plekken ooit drukker zijn geweest. Vergane glorie.
De Bevrijdingsweg in Venlo zal ooit ook wel Kaldenkerkerweg hebben geheten. Ligt namelijk in het verlengde van de Kaldenkerkerweg, maar het laatste stuk aan de grens heet dus Bevrijdingsweg. Om de buren te pesten waarschijnlijk. Maar is historisch correct want via die route zijn de Amerikaanse bevrijders in maart 1945 Venlo binnengekomen. Uit Duitsland dus.
Er zit ook een praktische kant aan die naam. Ik kan me namelijk ook voorstellen dat het voor de autoriteiten lastig was geweest als er in hetzelfde gebied twee verschillende grensovergangen waren geweest aan elk een Kaldenkerkerweg.
De Kaldenkerkerweg in Tegelen staat nu in de belangstelling omdat de ruimte die vroeger nodig was, nog steeds wordt gebruikt door geparkeerde vrachtwagens. En da’s niet de bedoeling. Maar met een herinrichting verdwijnt ook weer wat van de oude infrastructuur, die zo bij het verhaal van die plek hoort. Mooi van lelijkheid eigenlijk.
En qua ‘interessante geschiedenis’ kom je dus helemaal niet om dat militaire vliegveld op de Groote Heide heen. Het bezoek aan de overblijfselen is vorig jaar zodoende van de to-do lijst afgevoerd en realiteit geworden. In september ben ik dan toch de grens overgestoken om op zoek te gaan naar de oude hangars waar in de Tweede Wereldoorlog de bommenwerpers stonden te wachten op hun inzet.
Boeiende zoektocht. Je kan het de Duitsers niet kwalijk nemen dat ze minder te koop lopen met overblijfselen uit die tijd. Maar hier had ik echt steeds een beetje het gevoel dat ik er niet zou mogen zijn. Al staan er in Nederland grote informatieborden met een route langs alle bezienswaardigheden. En ik heb nog niet alles gezien. Want het weer was niet optimaal en vliegvelden zijn groot. Sterker nog: in de moderne tijd zou je een dergelijke lel van een vliegveld nooit zo dicht bij een stad kunnen / mogen leggen. Maar goed, de nazi’s hadden ook niet zoveel met inspraakprocedures.
Ze hadden ook niet zoveel met grenzen eigenlijk.
En hoewel Nederland en Duitsland graag elkaars corona buiten de deur houden, is de grens ook bij uitstek de plek om grenzen te relativeren. Anders gezegd: daar waar de grens het meest absoluut beleefd zou moeten worden, is hij dat juist niet. Een groot deel van de grens is natuurgebied. Ontspannen wandelend in het bos, wordt de grens voortdurend overgestoken. Over en weer. Want een Duits bos is niet besmettelijker dan een Nederlands bos als je alleen of met je vaste groep aan het wandelen bent. Het mooiste qua relativering vind ik echter nog wel een huis aan de Steyler Strasse. Dat ligt dus in Duitsland, net over de grens bij de Kaldenkerkerweg in Tegelen. Zoals het hoort bij een huis is er ook een achterom. Die komt uit op de Kaldenkerkergrensweg. Nederland dus. Best lastig als je verplicht moet testen op corona of in quarantaine moet als je in het buitenland bent geweest. Zo krijgt een partij hout afleveren toch weer een andere dimensie, zeg maar.
Bij de voormalig drukke grensovergangen krijg ik ook altijd een beetje een eiland-gevoel. Er staat altijd wel een plukje bebouwing. Voormalige douane dus, horeca en oude dienstwoningen (?). Maar het is ook een beetje niemandsland. Niet iedereen zal er willen of kunnen wonen. Een beetje non-conformisme hoort er wel bij volgens mij.
Nergens echt bij horen heeft in deze tijden zijn aantrekkingskracht.
Peter