De Peel

Sinds ik weer fotografeer met een spiegelreflex, kom ik af en toe weer in de Peel. Eigenlijk niet vaak genoeg. Ik zit vaker op Vlieland dan in de Peel. Terwijl de Peel dichterbij is. Sterker nog: als geboren Weertenaar kom ik min of meer uit de Peel. Soort van een beetje. Het hoogveengebied was heel vroeger veel groter en strekte tot aan Weert en zelfs tot in Neerpelt en Overpelt, in België. Ver voor mijn tijd uiteraard, maar toch. Ergens groei je er mee op. Niet voor niets is Weert ook een beetje Brabants en Vlaams. Heb niet al te veel historische boeken over het onderwerp gelezen, maar het hoogveen speelt ongetwijfeld een rol in de verbondenheid over de grenzen heen.

En vroeger maakten wij, gezinnetje Van Riet/Keersmaekers wel eens een uitstapje naar de Peel. Vanuit Weert is het op de fiets goed te doen (mijn ouders hebben nooit een auto gehad). Maar op een gegeven moment is dat opgehouden. Later ben ik in Heerlen gaan wonen en pas toen ik in Venlo zat en moest bedenken wat ik allemaal kon gaan doen met die mooie camera, kwam het idee om weer eens naar de Peel te gaan. Wat er van vroeger nog in mijn hoofd zat, waren die houten bruggen. Maar verder is het sinds 2012 een kwestie van opnieuw ontdekken.

Dit is misschien een goede gelegenheid om eens te vermelden dat ik dergelijke gebieden niet per se bezoek als natuurliefhebber. Althans niet in de zin dat ik speciaal oog heb voor de bijzondere flora en fauna. Wel weer in de zin dat ik het prettig vind om er te zijn. Laat ik het anders zeggen: als ik daar ben is de bovenkamer niet bezig met het oprakelen van plantenencyclopedieën of vogelgidsen. Als iemand mij nu, of in de toekomst, betrapt op het fotografisch vastleggen van een bijzondere paddenstoel of bloem, dan komt dat alleen maar omdat het onderwerp van de foto in de context opvalt door vorm of kleur of iets dergelijks. Met de wadvogel-app van de Vogelbescherming en de Wadwaaier van de Waddenvereniging houdt het wel op. Dat is dan dat beetje extra wat ik met die kant van Nederland heb.

Wie mijn foto’s een beetje kent, weet dat ik in natuurgebieden het liefst geen mensen in beeld heb. Maar laat ik nou juist vooral lopen te mijmeren over de relatie tussen het gebied waar ik loop te fotograferen en de mens. Niet alleen in de Peel, maar ook op Vlieland, in het Leudal of de heuvels in Zuid Limburg. Zo’n dag in de Peel als vorige week is dan ook heerlijk. Vanwege de kou zijn er weinig mensen op de been en kan je een eind lopen zonder iemand tegen te komen.

Het punt is: ik mijmer niet alleen over de relatie tussen de mensen en het gebied in de tegenwoordige tijd, maar over de relatie door de eeuwen heen. En als ik iemand ‘van nu’ in beeld heb, is het niet meer tijdloos. Dan heb ik iemand in beeld die het gebied beleeft zoals je dat nu doet. In de kleding van nu en wandelend om er even uit te zijn zonder speciaal doel. Vroeger was het geen afgebakend natuurgebied met een ingang-met-infocentrum, maar was het gewoon de omgeving waar je woonde, speelde en je geld verdiende.

Net zo min als ik de moderne toerist in mijn plaatje wil hebben, zit ik te wachten op een historisch verantwoord rollenspel om de Peel of Vlieland, of wat dan ook vast te leggen zoals het vroeger was. Met acteurs in historische klederdracht of zo.
Juist door het landschap vast te leggen met zo min mogelijk elementen die het dateren, benadruk je het landschap, het gebied als de enige constante.

Waarbij het pijnlijk is om te constateren dat juist dit soort gebieden eigenlijk weer kunstmatig in stand wordt gehouden. De huidige discussie over het voeren van dieren in de Oostvaardersplassen illustreert eigenlijk hoe bizar de situatie is. De voorstanders van voeren benadrukken, bewust en onbewust, dat de natuur daar eigenlijk al niet meer natuurlijk is. Dus kan je die dieren net zo goed, tegen de natuur in, voeren. Zodat de dieren niet ‘creperen’ en wij, mensen, ons daar niet schuldig over hoeven te voelen. Creperen staat tussen aanhalingstekens, omdat het volgens mij weer gaat om creperen volgens de menselijke normen. Oftewel: die normen leggen wij dan weer op aan de natuur.

Wat ik er allemaal van vind, weet ik niet. Ik ben nog op zoek naar het antwoord.

Ik moet daarom echt vaker naar de Peel. Mijn interesse in het gebied is namelijk  vergelijkbaar met mijn interesse voor het Wad en Vlieland. Het gaat in alle gevallen om gebieden die in principe zeer mens-onvriendelijk zijn. Of toch op zijn minst niet geschikt voor mensen. Maar we komen er toch. We moeten wel. En door al onze technische hulpmiddelen en de onze connectiviteit, waardoor de wereld steeds kleiner wordt, hebben we niet meer in de gaten dat wij zelf daar het vreemde element zijn. Het hoort niet vanzelfsprekend te zijn.

Maar als je even alleen loopt in de Peel, of in de duinen of op het strand op Vlie, snap je dat wel weer een beetje. En hopelijk is dat een beetje over te brengen met beelden die oppervlakkig gezien alleen maar de bedoeling lijken te hebben om ‘mooi’ te zijn.

Peter

 

Meer foto’s kijken?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *