Stom toeval. In de eerste dagen van onze ‘intelligente lock down’ heeft mijn horlogebandje het begeven. Het was al ingescheurd en ik was ook al een beetje beginnen te zoeken naar adressen waar ik mogelijk iets nieuws kon krijgen, maar opeens werd het een niet-essentiële aankoop en heb ik het er maar bij gelaten. Geen horloge is nu eenmaal wat makkelijker bij handen wassen en dus hygiënischer en omdat reizen met het openbaar vervoer ook ‘not done’ is, hoef ik niet acuut te kunnen zien hoe laat het is. En als iemand me in een vergadering wil hebben, gaat er vanzelf wat af op mijn telefoon of mijn computer. Ik hoef niet op tijd ergens te zijn. Of toch veel minder.
Om me heen merk ik, dat meer mensen het gevoel van en voor tijd een beetje verloren hebben. Horloge of niet.
Wat ook opvalt:
Dat veel mensen en bedrijven in hun online berichten de afgelopen weken opeens spreken van ‘tijden’. Angstige tijden, onzekere tijden, bizarre tijden of onwerkelijke tijden. Welke je ook kiest; het meervoud zie en hoor je vaker. Alsof mensen aanvoelen dat er meer dan één tijd is. Dat één tijd niet bestaat.
Zoals ik al eerder schreef: Alles is relatief en alles is tijd, dus tijd is relatief. En fotograferen en tijd hebben met elkaar te maken. Je zet tijd stil of ontkent tijd. Je legt een tijd vast. Je kan opeens veel doen in weinig tijd en tegelijk veel tijd nodig hebben voor één foto.
Plus alles is bijzonder op dit moment. Als straten leeg zijn, is dat bijzonder. Als er iemand op straat is, is dat bijzonder. Als het druk is op straat, is dat bijzonder. Als een groep afstand houdt van elkaar, is dat bijzonder. Als mensen geen afstand houden van elkaar is dat bijzonder. Als je op een druk kruispunt geen auto’s ziet, is dat bijzonder. Als je maar één auto ziet op dat kruispunt is dat bijzonder. Als het verkeer ‘normaal’ lijkt is dat bijzonder. Als je de terrasmeubelen van de cafés opgestapeld ziet staan bij lekker weer, is dat bijzonder. Als ze niet staan opgestapeld is dat bijzonder.
Alles is bijzonder in deze tijd en de tijd is zichzelf niet.
Dus ik kan niet anders dan fotograferen als ik die toegestane frisse neus ga halen. Omdat ik niet even in de bus of trein stap, moet ik het doen met mijn directe omgeving. En omdat het mijn directe omgeving is, hoef ik me niet te beperken tot het weekeinde.
In combinatie met een sterke behoefte om deze tijd vast te leggen betekent het, dat ik veel fotografeer. Het voelt zelfs een beetje als een verantwoordelijkheid. Ik kan het niet niet doen.
Nog meer stom toeval. Een paar maanden geleden heeft Fuji een interessante nieuwe camera voorgesteld. Net voor de lock down heb ik ‘m besteld en hij is inmiddels ook gearriveerd en doet alweer een paar weken dienst naast mijn trouwe en geliefde Nikon (wees gerust: die is onvervangbaar)
Op zichzelf is het helemaal niet belangrijk om het nieuwste van het nieuwste te hebben. Maar de komst van die camera heeft me wat meer op het spoor gezet van andere manieren en stijlen van fotograferen, die samenkomen in het genre ‘straatfotografie’. Op zich kan dat met elke camera; een sensor is een sensor en een lens is een lens. Maar deze camera is daar heel geschikt voor vanwege het compacte en discrete voorkomen. Het is een wolf in schaapskleren zogezegd. En ik merk dat het type camera echt wel van invloed is op hoe je fotografeert en wat je fotografeert.
En zo stond ik ook meer open voor een boek over en met straatfotografie van Magnum-fotografen, dat ik net voor de lock down in de winkel zag liggen. (Magnum = agentschap met de beste fotografen). In alle opzichten een prachtig boek dat met stip is binnengekomen in mijn top 3 van favoriete fotoboeken. Het zet de hersentjes aan het denken en inspireert. En, beste management-types; inspireren betekent niet dat iets leuk is, inspireren betekent dat het echt leidt tot veranderingen en experimenten.
Ook omdat uit het boek blijkt dat de heren / dames topfotografen zich helemaal niet zo druk maken om de hokjes van de verschillende genres. Straatfotografie bestaat eigenlijk niet. Wat ze doen is vaak heel direct en intuïtief. En dat staat me wel aan.
Er is daarom ook niet één goede manier om deze corona-tijd vast te leggen. Als je de behoefte hebt om journalistiek te fotograferen aan het front van de gezondheidszorg: ga je gang. Als je met je foto’s juist wil ontsnappen en natuur en mooie stillevens wil vastleggen is dat ook goed. Alles is een reactie op wat er deze dagen om ons heen gebeurd. En wat er om ons heen gebeurd is best gecompliceerd. Dus er is veel te fotograferen.
Het is idioot. Ergens had ik de afgelopen weken best op Vlieland willen zitten. Zonder toeristen ongestoord de mooiste luchten en landschappen fotograferen. Want het licht was er volgens mij geweldig. Maar als ik daar had gezeten, had ik het weer vervelend gevonden dat ik de sfeer hier niet had kunnen vastleggen.
Want tijd is dan wel relatief, maar tegelijk ben je waar je bent en daar zul je het mee moeten doen. Maar met een camera kan je toch op reis zijn.
Peter.