Het is 25 september 2024. 80 jaar geleden, in de nacht van 25 op 26 september werden zo’n 2400 geallieerde militairen geëvacueerd vanuit Oosterbeek, de Rijn over naar Driel. Vanwege het hondenweer hadden de Duitsers het niet in de gaten. Maar operatie Market Garden was ten einde gekomen. De Rijnbrug bij Arnhem was nog in Duitse handen en luitenant-kolonel John Frost en zijn mannen, die de brug wel hadden bereikt, werden gevangen genomen.
In de afgelopen dagen is de hele operatie weer uitgebreid herdacht. En er is gevierd. Want het einddoel is niet gehaald, maar Zuid-Nederland was voor het grootste deel bevrijd.
Het verhaal van Market Garden heeft me altijd wel bezig gehouden. Dat komt niet in de laatste plaats door de film ‘A Bridge Too Far.’ In de loop van de jaren ben ik al vaker bij de brug in Arnhem geweest. En Nijmegen natuurlijk. En Oosterbeek heb ik ook al een paar keer bezocht. Maar dit jaar heb ik er meer werk van gemaakt. In aanloop naar de 80-jarige herdenking ben ik ook in Brabant op zoek gegaan naar Market Garden. Meer bepaald: Hell’s Highway. De route die de grondtroepen moesten afleggen om vanuit Lommel, België, bij de parachutisten in Arnhem te komen. Zo was ik eerder dit jaar in Best en Son, Sint Oedenrode en Veghel. En ook rond Nijmegen is nog meer te zien. Grave, Overasselt en Groesbeek.
Langs de hele route zijn op strategische plekken parachutisten geland om van daaruit bruggen en andere strategische plekken in handen te krijgen. Op de plekken waar ik ben geweest heb ik heel bewust geprobeerd vanaf de landingsterreinen (excuus: dropzones) te voet bij de bruggen etc. te komen. Dat moesten de parachutisten 80 jaar geleden ook doen. Zo snel mogelijk, met zware bepakking en oh ja, ze werden beschoten.
Ook met allen maar een fototas en overwegend vriendelijke mensen onderweg, geeft het lopen een beter beeld van de situatie dan wanneer ik met behulp van het OV van markant punt naar markant punt zou reizen. Wat in een aantal gevallen best zou kunnen overigens.
Hoewel Market Garden op zichzelf als onderwerp ‘groot’ genoeg is, leg ik zelf steeds weer een associatie met een ander project waar ik mee bezig ben. In de afgelopen maanden ben ik op een vergelijkbare manier op zoek gegaan naar sporen van de Limburgse mijnindustrie. Het is dit jaar 50 jaar geleden dat de laatste twee mijnen (Julia en Oranje Nassau 1) definitief zijn gesloten.
Mijn aanpak is voor beide thema’s hetzelfde. Ik zoek online en in boeken naar informatie en verhalen, zoek op de kaart naar monumenten en herdenkingstekens en stippel een wandelroute uit langs diverse monumenten en locaties. Het zijn mijn routes, niet die uit een voorgekauwd gidsje. Dat heb ik nodig om de plekken beter te beleven. En dan fotografeer ik spontaan wat me opvalt. Natuurlijk de plekken en dingen die ik van te voren heb uitgezocht, maar ook wat ik spontaan tegenkom. Restanten en symbolen van het verleden, maar ook taferelen die dat nadrukkelijk niet zijn. Mooie landschappen. Mooie, of juist lelijke architectuur. Tekenen dat na de mijnen en na de oorlog het leven weer ‘gewoon’ is doorgegaan. Wat heet gewoon.
Mijn aanpak in beide projecten is vergelijkbaar. Mijn beleving van de thema’s eigenlijk ook. De mijnen en de oorlog; dit is toch iets totaal anders? Ik vind van niet. Ik begin steeds meer tot de conclusie te komen dat beide fenomenen een verschijnsel zijn van buitensporig geweld. Bij een oorlog ligt het voor de hand. Maar die mijnen dan? Laat ik het anders zeggen: mijn definitie van het woord geweld is aan het veranderen; is breder geworden. Elke vorm van geforceerde verandering heeft iets gewelddadigs in zich. In dat opzicht waren de mijnen wel degelijk een vorm van geweld. Ten opzichte van het landschap en ten opzichte van de samenleving.
En bovendien: technologie, industrie en geweld zijn met elkaar verbonden. Dat wisten de oude Grieken al. Hephaistos is de god van de smeedkunst, het vuur en ambachtslieden. En hij is één van de goden van de Olympus en ook de smid van de goden. Hij leefde ondergronds. Wat hij produceerde, de technologie, was onmisbaar als er gevochten moest worden. De andere goden hadden een haat-liefde verhouding met hem. Hij was lelijk en mismaakt dus ergens waren ze hem liever kwijt dan rijk, maar ze hadden hem nodig. Ze hadden zijn werk nodig. De Etrusken noemden hem Sethklans, de Romeinen hadden Vulcanus en vergelijkbare personages schijnen door de eeuwen heen wel vaker op te duiken in oude sagen en legenden.
We herdenken de start van de bevrijding van Nederland. Onze bevrijders van toen, de Verenigde Staten, Groot Brittanië en Canada lijken op een kantelpunt in hun geschiedenis te staan. De industriële trots van onze oude vijand Duitsland wankelt Terwijl ik aankom bij het Airborne-monument in Overasselt is een vrijwilliger bezig om de omgeving liefdevol te fatsoeneren. Ik heb ‘m niet op de foto gezet, maar we hebben even gepraat. Zoals ik eerder dit jaar in Spekholzerheide stomtoevallig even in gesprek raakte met de man die het kruisbeeld bij de voormalige ingang van de Willem-Sophia heeft opgeknapt. Toevallig twee monumenten van de beide verledens die me heel erg aanspreken. Toevallig? Als jet het wil zien is niets toevallig.
Peter
Door deze film A bridge too far,heeft het hele gebeuren iets romanties gekregen.Helden als filmsterren of filmsterren als helden ?De hele Operatie was vanaf het begin tot mislukken gedoemd. Eisenhouwer wilde het niet en Monty wilde eeuwige roem. Het resultaat van dit alles was naast de vele doden dat Holland een hongerwinter te verduren kreeg.