Het woord ‘waanzin’ dringt zich op.
Een van de eerste koppen die ik vanmorgen zag bij de NOS:
‘Grapperhaus: afstand houden voor duo’s in horeca is eigen verantwoordelijkheid’.
De regels zeggen dat mensen die niet tot hetzelfde huishouden behoren, altijd anderhalve meter afstand tot elkaar moeten aanhouden. Het protocol voor de horeca wordt / is echter, dat er pas echt gecontroleerd hoeft te worden vanaf drie personen. Anders is het ‘ondoenlijk’ om te controleren. Er zijn te veel ‘duo’s’ in de horeca om te controleren.
En die afstand is daarom hun eigen verantwoordelijkheid.
Daar maken we een bloedserieus nieuwsbericht van.
Dus als je met drie mensen of meer bent, zijn de handhavers van horeca en overheid verantwoordelijk en jij zelf niet? Als het restaurant je geen ruime tafel kan bieden, dat het restaurant dan verantwoordelijk is als je ziek wordt? Of, als je die krappe tafel wel accepteert, dat je dan toch ook zelf verantwoordelijk bent? En als de groep bestaat uit vier mensen uit twee huishoudens. Zijn dat dan vier mensen of mag je dat als duo tellen?
Ben je zelf ooit niet verantwoordelijk? Kan je in een volwassen samenleving überhaupt ooit iets anders veronderstellen dan dat mensen in principe zelf verantwoordelijk zijn? Hoor je dat zelf niet te eisen?
Zijn we een volwassen samenleving?
Er wordt een serieus bericht van gemaakt en de journalist neemt niet eens de moeite om een vertaling te maken van de juridische creativiteit van het ministerie. Althans; niet in dit bericht zelf. Best mogelijk dat een expert in een talkshow een dezer dagen omstandig uitlegt wat er wordt bedoeld. Da’s eigenlijk waar het ministerie ook wel op hoopt, volgens mij.
Ik kijk niet meer naar talkshows.
Die expert zal dan zeggen dat ook de minister wel snapt dat voor een hoop duo’s-In-de-horeca-die-niet-tot-hetzelfde-huishouden-behoren geldt, dat ze die anderhalve meter regel toch wel overtreden. Dat ze dat waarschijnlijk al gedaan hebben net voordat ze bij het restaurant zijn gearriveerd. Omdat ze elkaar gewoon een zoen hebben gegeven. Uit het zicht, om de hoek. Omdat ze elkaar al een tijdje niet hebben gezien.
Wild ideetje tussendoor.
Misschien vermoedt de minister zelfs wel dat het dichtbij-gedoe door duo’s-die-niet-niet-op-hetzelfde-adres-wonen eigenlijk nooit is weggeweest. Het zal minder zijn; het kan immers niet spontaan zijn ontstaan in de horeca en veel collega’s-die-elkaar-leuk-vinden hebben elkaar ook al een tijdje niet gezien. Maar ‘weg’ zal het niet zijn geweest.
En toch hebben we de eerste corona-golf er maar mooi onder gekregen.
Dus stelletjes kunnen wel / zijn niet tegen te houden, maar dat kan de minister niet zeggen. Is namelijk een lastig precedent. Wegens algemeen geldende fatsoensnormen moeten ook intieme stellen in de horeca zich zodanig gedragen, dat ze qua besmettingsgevaar niet gevaarlijker zijn dan een omhelzende en schouderkloppende vriendengroep. Dus als je roept: ‘stelletjes mogen stelletjes zijn’, dan roepen de niet-stelletjes: en wij dan?
En hebben ze dan een punt?
De uitspraak van de minister is dus een juridisch ingekapselde uiting van realiteitszin. Driewerf hoezee! Maar is dit de nieuw normale manier van communiceren met elkaar?
Dat is het soort zaken waar ik aan denk als ik deze dagen loop te fotograferen, terwijl onze consumptiemaatschappij zich weer op gang trekt met een hoofd vol corona.
Peter