Zo worden ze niet meer gemaakt…..

Het is een volledig irrationele aankoop, dat geef ik meteen toe. In principe kan ik hem nog gebruiken. Dat wil zeggen; hij doet het gewoon en ik had ook heel snel in de gaten hoe hij bediend moet worden. Ik moest op internet wel even op zoek naar een handleiding, maar dat was om gericht een paar puntjes op te zoeken en niet om blanco, met vraagtekens in mijn ogen, op ontdekkingsreis te gaan. De juiste film is ook nog wel te krijgen. Er zijn een paar fabriekjes die het nog maken. Grootste probleem zal het ontwikkelen en afdrukken zijn. Tenzij je het zelf doet. Wat me net een stap te ver gaat. Al heb ik het tijdens mijn opleiding wel gedaan. Wel gewoon met de normale kleinbeeldfilm en niet met het formaat voor deze camera. Maar met wat kleine aanpassingen in het binnenwerk kan je, enigszins geïmproviseerd zelfs kleinbeeldfilm gebruiken. Dat is nog makkelijker te krijgen en kan je via de betere fotozaken ook nog laten verwerken.

Maar ik vind het prima zo. Hij staat hier thuis en het is gewoon lekker om er af en toe naar te kijken en ‘m te laten klikken. Ik ben niet van plan er een film in te doen.

Het is een Yashica 44 en dat model viert dit jaar zijn 60ste verjaardag. Net zo oud als de Daf 600, om eens wat te noemen. En het is eigenlijk geen bijzondere camera. Zeker niet geavanceerd, ook niet voor zijn tijd. Het is een budget-kopie van de Baby Rolleiflex uit Duitsland, die een jaar eerder op de markt kwam. Zeker in deze grijze kleur is het een vrij schaamteloze imitatie. Maar, net als bij goedkopere compactcamera’s en smartphones, was hij in verschillende kleuren te krijgen. Toen al.

‘Budget’ betekent niet dat hij niet degelijk aanvoelt. Integendeel. Hij doet het immers nog steeds na al die jaren. En licht is anders. Maar hij is vrij basaal. Voorbeeld: mensen die ooit met een analoge camera hebben gewerkt, weten dat het gebruikelijk is dat de ontspanknop wordt geblokkeerd als de film nog niet is getransporteerd. En in die tijd wisten ze ook wel hoe dat moest. Maar deze Yashica heeft dat niet. Oftewel: als je niet bij de les bent, kan je hetzelfde stuk film meerdere keren belichten. Hoewel dat ook artistieke mogelijkheden biedt, is het doorgaans niet gewenst.

En ik noemde al compactcamera’s; deze Yashica is ook niet echt groot. Het is immers een kopie van de Baby Rolleiflex, en dat is de kleine, populaire versie van de Rolleiflex. De oppervlakte van het vooraanzicht is ongeveer zo groot als dat van een smartphone met een 5-inch scherm. Maar in tegenstelling tot een smartphone is hij niet plat. Het zijaanzicht heeft zo’n beetje dezelfde oppervlakte. Maar het is, soort van, een compactcamera.

Dat formaat is overigens met ingeklapte zoeker. Om door de zoeker te kijken, moet je de klep bovenop de camera openen en dan kijk je van boven door de bovenste lens. De film en sluiter zitten achter de onderste lens. Beide lenzen worden parallel scherp gesteld. Met een draaiknop aan de zijkant beweegt het blok met de lenzen naar voren en naar achteren. Zo werkt het scherpstellen. En dat is dus meteen de reden waarom de camera twee lezen heeft: de fotograaf kan een beetje beter meekijken. Maar om echt te kunnen zien wat er op de film komt, moet je eigenlijk door de lens kunnen kijken die voor de film zit. Daarom is de spiegelreflex, met één oog, de standaard geworden. En dat idee bestond in 1958 ook al een tijdje. Maar het is Pentax dat die technologie door wat verbeteringen in de jaren ’50 populair maakte. De spiegelreflex begon bij de introductie van deze camera dus net wat bekender te worden.

En verder. Klein betekent ook dat een aantal bedieningshendeltjes wat priegelig is. En aan de zoeker heb je alleen wat als er genoeg licht is. Echte buitencamera dus. En de zoeker geeft het beeld in spiegelbeeld, wat ook apart is. Dus liefst wel buiten, maar niet te veel snelle actie alstublieft.

Heerlijk detail: in de achterwand zit een klein schuifje met de tekst ‘SET AT No. 1’. Achter het schuifje zit een rood glas en je moet er door kijken om de film aan het begin te kunnen zetten. Het rode glas is om te voorkomen dat de film belicht wordt als de schuif open staat.

Dus waarom heb ik dat ding? Vorig jaar heb ik de Fotofair bezocht en daar was ook een hoek met fotografica. Oude camera’s en toebehoren dus. En daar zag ik live ook deze twee-ogige dingetjes. Heel simpel: ik vind ze mooi. Uit nieuwsgierigheid ben ik daarom in maart in Hilversum naar een grote fotografica-beurs geweest. Misschien voor een lensje voor mijn oude, analoge Pentax-spiegelreflex en misschien, als de prijs niet te gek is, voor zo’n oude camera. En daar stond deze op een tafel in z’n grijze kleur tussen al het zwart.

Ik ben niet van plan om een hele collectie aan te leggen. Ik verzamel bijvoorbeeld modelauto’s maar modelauto’s zijn per definitie nutteloos en dus is het niet erg als ze daar staan. Maar een camera is geen model van een gebruiksvoorwerp; het is het gebruiksvoorwerp. Ik kan het niet verdragen dat ik daar grote aantallen van zou bezitten om ze niet te gebruiken. Maar tegelijk: ken uw klassieken. Dus een paar mag wel. Een Nikon F misschien nog…..

Plaatjes maken is heel gewoon geworden. Te gewoon eigenlijk. Als je zo’n oude camera vasthoudt, realiseer je je, dat het eigenlijk niet zo gewoon is, maar juist tamelijk bijzonder. De camera is 60 jaar oud en dat lijkt een hele leeftijd. Maar naarmate ik ouder wordt, merk ik dat het verleden dichterbij komt. Deze camera kwam ‘pas’ 13 jaar voor mijn geboorte op de markt. En 13 jaar is niets. Het gaat hard. Maar als ik deze Yashica vasthoud, realiseer ik me vooral dat goed fotograferen nog altijd iets bijzonders hoort te zijn. En dat is de meerwaarde van het hebben van zo’n oud beestje. Ook als je er geen foto’s mee maakt.

NB: ook dat lensje voor de oude Pentax is er gekomen en in die camera zit nu ook weer een rolletje. Resultaten kan je alleen wat moeilijker delen op internet. Maar wordt t.z.t. vervolgd.

Peter

 

Meer foto’s kijken?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *