Abstract

Terugkijken op 2023

In juni was ik op Vlieland. En het is gebruikelijk dat ik altijd wel terugkeer met een paar minimalistische ‘zandplaatjes’ op de geheugenkaarten. Dat is geen toeval want ik spendeer heel bewust altijd wel wat tijd aan de jacht op die beelden. Inmiddels weet ik ook wel een paar goeie plekken waar je die zandsculpturen kan vinden.

Zo is er een plek in de duinen, tussen fietspad en het strand. Het is nota bene een gemarkeerde wandelroute. Maar wel een wandelroute voor de fijnproevers, want minder begaanbaar. Er zijn dus altijd wel een paar menselijke sporen, maar het zand is niet overmatig verstoord. En timing is belangrijk voor de foto’s. Het ligt aan de noordkant van een paar hoge duinen en dus het grootste deel van de dag in de schaduw. In juni, in de laatste uren voor zonsondergang valt het licht echter op die plek. Mooi laag strijklicht ook nog eens. In de winter is de kans op succes wat kleiner. De zon verdwijnt dan achter de horizon op een meer zuidelijk punt en het licht raakt deze plek dan niet.

In juni heb ik die plek voor het eerst bezocht op jacht naar dergelijke zandfoto’s en het heeft me een foto opgeleverd waar ik erg gelukkig mee ben. Sterker nog: die vakantie heeft me een aantal minimalistische composities opgeleverd die de tand des tijds redelijk zullen doorstaan.

Hoe en waarom je die compositie opeens ziet als een mogelijke foto is een wonderlijk proces. Hoe meer je leert over menselijke waarneming, hoe raadselachtiger het eigenlijk wordt. De geleerden zijn het er inmiddels wel over eens dat je bewuste waarneming hoofdzakelijk wordt gevoed door informatie die al in je brein zit. Eerdere ervaringen en gebeurtenissen hebben patronen gevormd die bepalen wat je ziet, wat je betekenis en waarde geeft. Die ook bepalen hoe je nieuwe informatie verwerkt en beoordeeld. Eigenlijk her-ken je een compositie als je ‘m ziet.

Dat kan je nog enigszins volgen als je herkenbare objecten fotografeert. Daar kan je vrij simpel een expliciete betekenis aan toekennen. En met ‘objecten’ bedoel ik dus ook mensen en dieren. Bij een foto van je kind, huisdier of favoriete auto is die theorie volledig navolgbaar.

Maar daar zit ‘m nou net het vraagstuk bij deze abstracte plaatjes. Het is eigenlijk niets. Ja, het is zand en daar kan ik natuurkundige en chemische beschrijvingen van opzoeken. Zoals je ook het licht en de schaduw natuurkundig kan beschrijven. Maar welke ervaringen ik ooit heb opgedaan waardoor dit tafereel voor mij een waarde heeft; geen idee. Toch ben ik op zo’n moment meteen vast overtuigd van de foto. Het is alleen lastig om er woorden aan te geven. (zie ook: Hoe zi(e)t dat nou? 2)

Het eindresultaat is bovendien samengesteld uit twee foto’s. De bovenste helft is verder weg van de camera dan de onderste helft. Omdat ik er tamelijk dicht op sta, lukt het niet beide delen tegelijk haarscherp vast te leggen. Een minder scherpe helft zou echt afleiden. Het is daarom een kwestie van het statief stevig neerzetten en twee foto’s maken. Eén met scherpe onderste helft en één met scherpe bovenste helft. In de nabewerking combineer je die beelden. Over dat soort dingen hoef ik op locatie ook niet na te denken. Ook dat is een soort denkpatroon uit het verleden dat zich manifesteert. Kennis van de techniek die je je eigen maakt en je niet afleidt van de inhoud.

Zo’n foto maak ik eigenlijk heel snel. Zeker niet op de automatische piloot, maar het is nauwelijks een moeilijk vraagstuk. Het één volgt logisch uit het ander. Het meeste puzzelwerk is eigenlijk heel banaal. De plooi in het zand valt me meteen op in het voorbij lopen. Die wil ik op de foto. Met een andere lichtval zou het misschien niet eens opvallen. Het is heel direct en je moet direct handelen als je het ziet. Over 10 minuten staat de zon weer net wat lager en is het misschien weg.  En toen ben ik gaan draaien met de camera om omringende grassprieten of de schaduw van omringende grassprieten uit beeld te houden. Eigenlijk is dit de enige compositie die mogelijk is als je zoveel mogelijk van die plooi wil laten zien, zonder sporen van omringend gras. Er zit geen grote golf van inspiratie achter.

Ik zie de foto en kan ‘m vervolgens maken. Ik zie meteen, voordat ik op de ontspanknop duw, dat het beeld werkt, dat er een mooie spanning in zit. Maar waarom? Geen idee. Wat doet die vorm met mij en andere kijkers dat het spannend en mooi wordt gevonden? In diezelfde duinen zitten zoveel plooien en welvingen die visueel niet spannend zijn. Ook niet met ander licht. Als je ‘m beschrijft in natuurkundige termen is de saaie plooi exact hetzelfde als de spannende plooi. Door wrijving en onderlinge aantrekkingskracht houden de zandkorreltjes stand in een bepaalde vorm, misschien ontstaan in dezelfde storm. Het is ultieme willekeur en toeval.

En dat is misschien wel het wezen van creativiteit: de weg vinden in onzekerheid en chaos.

Peter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *