Meinweg

Ah, december. De tijd om terug te kijken en, in mijn geval, om wat schrijfwerk in te halen. Qua fotograferen heb ik niet stilgezeten in 2023, maar het was een intensief jaar waardoor het schrijven er wat bij is ingeschoten.

Tot mijn grote schande ben ik als Midden Limburger pas dit jaar voor het eerst van mijn leven in Nationaal Park De Meinweg geweest. Nog erger: het komt eigenlijk door mijn connectie met Zuid-Limburg. Ik heb in Heerlen gewoond en in Brunssum en Kerkrade gewerkt. De mijnen zijn dan nooit ver weg. Door een fototentoonstelling is mijn interesse voor de mijnbouw in Limburg dit jaar weer wat aangewakkerd. En dan kom je ook weer bij het verhaal van Staatsmijn Beatrix die oostelijk van Vlodrop en Herkenbosch was voorzien. In de Meinweg dus en niet in Zuid-Limburg. Die mijn is nooit geëxploiteerd, maar er zijn wel proefschachten gegraven.

En dat is nog niet alles. Er is ook nog de IJzeren Rijn. De spoorverbinding van de Antwerpse haven met het Duitse Ruhrgebied. Die bij ‘mijn’ Weert de Belgisch-Nederlandse grens passeert en via de Meinweg naar Duistland gaat.

Jaren geleden had ik een collega die actief was in het actiecomité tegen het heropenen van de spoorlijn. In die tijd was België aan het ijveren om de lijn weer in ere te herstellen. De collega had een sticker met ‘Ijzeren Nein’ op zijn map (laptops waren nog niet zo gangbaar, zei opa). Ijzeren Nein was de mascotte van de tegenstanders en ‘Nein’ was eigenlijk Utrechtse Nijntje die daarmee politiek actief werd. Ik vraag me daarom af of Dick Bruna akkoord was met dat gebruik, al kan ik me voorstellen dat hij ook minder enthousiast zou zijn over een spoorlijn door een natuurgebied.

Kortom: geen excuses meer om niet naar de Meinweg te gaan.

Zoals gebruikelijk bereid ik me voor door Google Maps te bestuderen en zelf een aannemelijk ‘aanvalsplan’ uit te stippelen. Er zijn vast gekleurde paaltjes of pijltjes, maar ik zoek het liever zelf uit. En mijn doel voor het eerste bezoek is eigenlijk om al bij de Beatrix uit te komen. Omdat ik er foto’s van had gezien, dacht ik eigenlijk dat je daar wel dicht bij kon komen. Niet dus, maar dat blijkt pas bij mijn tweede bezoek.
In mijn eerste bezoek ben ik ambitieus en ga ik meteen via het Adderpad naar het Elfenmeer in de hoop via die route bij de mijn uit te komen. Al lopend blijkt, dat deze route sowieso niet de beste is voor dat doel. Maar niet getreurd want Adderpad en Elfenmeer zijn ernstig de moeite waard. Het Adderpad hoort nu, samen met het dievenpaadje op Vlieland, bij mijn favoriete natuurpaden.

Hoewel ik dat heel beslist kan stellen, is het lastig te definiëren waar ‘m dat in zit. Het is het landschap. Het zijn de hoogteverschillen, de glooiingen, de karakteristieke bomen, enzovoort. Beide paden zijn fotografisch ook een beetje een uitdaging. Het is steeds een beetje zoeken naar de juiste composities want de sterke plaatjes springen ook niet meteen in het oog.

Hoewel de foto’s landschapsfoto’s zijn en op zichzelf niets verraden over de staatsmijn en de spoorlijn, zijn dat twee elementen die voor mij zwaar wegen in mijn interesse voor de Meinweg. Als voormalig inwoner van de Oostelijke Mijnstreek, weet ik hoe een kolenmijn het landschap domineert. Het idee dat hier een mijn geweest had kunnen zijn is bizar. De spoorlijn valt dan nog wel mee, zeg maar.

Maar er is meer. Net over de grens, bij het Duitse Brüggen, ligt een voormalige vliegbasis van de Royal Air Force. En als ik zeg ‘net over de grens’, bedoel ik dat ook. De opstijgende en landende straaljagers zou je in de Meinweg altijd horen. En iets verder naar het noorden, in het Brachterwald, lag een munitiedepot van diezelfde Britse RAF. Ook een gebied dat ik dit jaar ‘ontdekt’ heb. Ik ben nu al een aantal keren in de Meinweg geweest, en ik bedenk me steeds hoe anders de ervaring geweest had kunnen zijn. Elk half uur een goederentrein (minstens), een steenkolenmijn, straaljagers en de hele logistiek rond een munitiedepot. Rustig is anders.

Ik bedenk me ook dat dit gebied een mooie locatie zou zijn voor een ‘Bond villan’. De klassieke schurk uit de James Bond films die de wereld wil veroveren. Ondergrondse tunnels, een militair complex; alles is aanwezig om een redelijk goed verstopte schuilplaats te realiseren.

Maar bij mijn meest recente bezoek was het weer niet geweldig. Grijs met dreigende regen. Toen ik bij het Elfenmeer kwam, begon het dus ook te regenen. Niet overdreven hard gelukkig, maar mooi. En er was niemand. Geen treinen, geen kolen die naar boven werden gehaald, geen vliegtuigen. Alleen regendruppels op de bladeren.

Hoe vang je zoiets in een foto?

(Tot op heden heb ik nog geen adders of elfjes gezien.)

Peter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *