Glückauf deel 2: Sjpekhei

Langs de Parallelweg, achter een draadhek, op een terrein vol modder en plassen liggen de roestbruine restanten van stalen constructies, overwoekerd door groen. Aan de andere kant van de weg ligt de spoorlijn Kerkrade-Simpelveld-Schin op Geul. Daarnaast het Wauwelpad met aan weerszijden stukken oude muur. Restanten van de mijn Willem-Sophia in Spekholzerheide. Oftewel: Sjpekhei.

Voor tv-opnames ben ik vast wel eens eerder in Spekholzerheide geweest, maar ik kan het me niet speciaal herinneren. Ik heb gewerkt voor een videoproductiebedrijf in Kerkrade en we verzorgden uitzendingen voor de lokale omroep. Meestal zat ik in de studio in het centrum te wachten op de beelden die werden binnengebracht. Maar ik mocht ook wel eens naar buiten. Buiten dat heb ik Kerkrade nooit echt goed verkent in die tijd. Ik woonde in Heerlen en had in mijn vrije tijd eigenlijk makkelijk wat uitstapjes kunnen maken in Kerkrade. Ook op weg naar het werk kwam ik niet in Spekholzerheide. De trein komt helemaal niet in de buurt en ook die bus reed er enkel langs. Je rijdt Kerkrade in via de Heerlenersteenweg en Kaalheidersteenweg. Sjpekhei ligt zuidelijk daarvan.

Diezelfde busroute steek ik over als ik van Staatsmijn Wilhelmina naar Willem-Sophia loop. Ik passeer de route op de rotonde waar Heerlenersteenweg overgaat in Kaalheidersteenweg en via de Akerstraat loop ik Sjpekhei in. Op het lijstje in mijn hoofd staan in ieder geval het beeld ‘De Mijnwerker’ op het Carboonplein, de Mariakapel aan de Kleingraverstraat, de oude muren aan het Wauwelpad, de voormalige ingang van het mijnterrein aan de Industriestraat, de spoorlijn en de restanten die je kan zien vanaf de Parallelweg.

Hoe verder ik kom in de Akerstraat, hoe meer ik het idee krijg dat ik terug ga in de tijd. Het is dat ik mijn auto’s ken want anders zou je mij wijs kunnen maken dat het niet 2024 is maar pakweg ergens in de jaren ’80 van de vorige eeuw. Of nog langer geleden. Het is ook niet dat ik er somber van wordt of zo. Het geheel lijkt ontsnapt aan de moderne grillen van stadsvernieuwing en dat is eigenlijk wel eens lekker. Een aantal gebouwen is van na de mijnen, maar het merendeel duidelijk niet En dan kom je op het Carboonplein. Dat is dan wel weer zo’n stukje obligate stadsvernieuwing. Een behoorlijk nieuw winkelplein met een aantal supermarkten en te weinig parkeerplaatsen in verhouding tot het winkelaanbod. Om het plein, boven de winkels appartementen in rode baksteen. Niet onaantrekkelijk maar ook niet super speciaal. Het standbeeld ‘De Mijnwerker’ heb ik snel genoeg gevonden. Eigenlijk past het niet op zo’n nieuw plein. Het staat ook een beetje raar aan de kant. In 1952 werd het geplaatst in de loonhal bij de Staatsmijn Emma in Hoensbroek. Via een museumcollectie is het op dit plein beland. Op zich een mooi beeld en de kunstenaar was ook mijnwerker. Maar niet echt authentiek op deze plek.

Na het Carboonplein eerst naar de Kleingraverstraat, op zoek naar de Mariakapel. Een cadeau van het mijnbedrijf aan het dorp. Het smalle gedeelte van de straat is fantastisch gedateerd en zou wat mij betreft een monumentenstatus moeten krijgen. Opknappen, onderhouden en nooit meer veranderen. De kapel ligt weer iets verder door.

Terug en via de kerk het spoor over naar de Parallelweg. De spoorlijn is nu enkelspoor en in het seizoen rijdt de  stoomtrein op het traject. Maar uiteraard heeft hier meer rails gelegen. Hier werden de kolenwagens gerangeerd en er moest ook een personentrein langs. De nieuwbouw van Basisschool De Spoorzoeker ligt op / aan het oude rangeerterrein. Van daar uit een stukje langs het spoor over het Wauwelpad. Langs de oude muren. Vanaf het pad krijg je een mooi doorkijkje naar Sjpekhei. De skyline met de kerktoren. Het open terrein tussen het pad en de bebouwing: dat was mijnterrein. Nu terug, het spoor oversteken en naar de Parallelweg.

De stalen geraamtes langs de Parallelweg had ik al gezien toen ik Spekholzerheide virtueel verkende via Google Maps. Gek genoeg  wordt de staalstort nergens genoemd. Toch moet het van de mijn zijn. Het is van een zodanige omvang dat het niet even makkelijk met een vrachtwagen, of een trein daar naartoe gebracht kan zijn om te dumpen. Het moet er zijn achtergelaten. Op dit terrein lag de steenberg. En ten zuiden van de berg werd in de jaren ’50 schacht Melanie gegraven. Bijzonderheid is, dat deze berg nog lang onder de oppervlakte gebrand heeft. Niet alle steenkool was gescheiden van het steenafval en dat is gaan branden. De temperatuur en de reactie met de ondergrond heeft rode mijnsteen gevormd. De steenberg van de Willem-Sophia is daarom niet lomp opgeruimd, maar in de loop der jaren stukje bij beetje verkocht om te verwerken in bijvoorbeeld bestrating.  

Op Wikipedia staat een sprekende foto van de ingang van de Willem-Sophia. 1955. Het is zo te zien best lekker weer en aan de richting van het licht te zien is het laat in de middag. Een grote groep mensen wacht rond de ingang op nieuws over de reddingsoperatie van 3 ingesloten koempels. Bij de opening in de muur staat het portiergebouw en op de achtergrond de kantoren, installaties en de twee schachttorens. Nu ligt op die plek het parkeerterrein en de ingang van de terreinen van FC Kerkrade-West. De schachten liggen ergens tussen de sportvelden. Het is zaterdag en er worden jeugdige voetballertjes aangevoerd voor een wedstrijd. In een hoekje van de parkeerplaats staan een oude mijnwagen, een fraai kruisbeeld en een plaquette die herinnert aan de mijn. Aan de Industriestraat staat een informatiebord van het type dat ik deze dag meer tegenkom. Maar het karretje, het kruis en de plaquette vallen, in de drukte op het parkeerterrein, niet heel erg op.

Deze regio heeft altijd een heel dubbele houding gehad ten opzichte van het mijnverleden. Nergens ervaar je dat ongemak zo sterk als in Sjpekhei. Ik had er al veel eerder eens naartoe moeten gaan.

Peter.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *