Bos-foto’s, waar komen die nu opeens vandaan? Ik ben er in het verleden namelijk nooit zo heel erg fanatiek mee bezig geweest.
Het komt deels omdat ik geen liefhebber ben van insecten. Die beestjes zijn nuttig, maar in bepaalde perioden van het jaar kom ik dus liever niet in een bos. Maar dat gaat dus maar om een bepaalde periode van het jaar. Dat excuus kan ik niet de hele tijd gebruiken.
Bovendien kan ik een mooie boom altijd wel waarderen en de echte kunst van een mooie bos-foto bestaat er uit om een compositie te ontdekken in de visuele chaos die een bos nu eenmaal is. En dat vind ik een leuke uitdaging. Is een ontspannende vorm van puzzelen.
(Tip: zoek op Youtube eens naar de kanalen van de Britse fotografen Simon Baxster en Thomas Heaton. Dan ga je het snappen)
Maar eigenlijk heb ik die echte bos-foto’s nooit zo omarmt omdat ik door de zoeker of op het scherm achter op de camera moeilijk zie wat scherp is. Terwijl het bij een foto in het bos juist essentieel is, dat je dat goed in de gaten hebt. Het gebruik van scherpte is een belangrijk element in het ordenen van de visuele chaos.
En enkel de autofocus van de camera is niet genoeg in die situaties. De autofocus van een camera kijkt namelijk naar duidelijke, afgetekende lijntjes. En in een beetje bos wemelt het daar nu eenmaal van. De camera vindt dus altijd wel iets om op scherp te stellen, maar dat is niet gegarandeerd het gebied dat scherp moet zijn voor de foto die je in gedachten hebt.
En als je het ziet, kan je het corrigeren.
En natuurlijk kan je de autofocus opdracht geven gericht, in een heel klein gebied scherp te stellen, maar dan zie je niet hoe de scherpte verloopt door de foto op takken buiten dat gebiedje. Dus ook in dat geval moet je je eigen ogen gebruiken.
En door de zoeker van een spiegelreflex zie ik dat dus allemaal niet. Maar met de nieuwe systeemcamera’s ligt het iets anders. Dat wil zeggen: strikt genomen zie ik het nog steeds niet op eigen kracht, maar omdat je niet meer ‘naturel’ door de lens kijkt, maar altijd naar een kleine monitor, heb je wat extra hulpmiddelen. Je kan inzoomen bijvoorbeeld en in de zoeker (of op de monitor) kunnen scherpe lijnen worden gemarkeerd met een contrastkleur. ‘Focus peaking’ heet dat. In principe bieden alle fabrikanten dit aan, maar ‘mijn’ Nikon heeft dat wel op een heel fijne, duidelijke manier toegepast. Als ik het bijvoorbeeld vergelijk met diezelfde functie op mijn state-of-the-art Fuji, dan is de Nikon voor mij veel bruikbaarder.
Zou dus zomaar kunnen dat ik als slechtziende dat focus peaking meer en/of anders gebruik dan de gemiddelde fotograaf, maar dat boeit niet. Ik kan eindelijk met de hand scherpstellen en heb zodoende dagen dat ik geeneens autofocus gebruik.
En oh ironie……
Als je op Youtube, of op een andere snelweg van het internet, gaat zoeken naar info over camera’s omdat je niet weet wat je aan moet schaffen, zul je ontdekken dat er nogal gezeurd wordt over de autofocus van de Nikon systeemcamera’s in vergelijking met Canon en Sony.
Die is niet op hetzelfde niveau.
Is dat te verklaren? Ja. Automatisch scherpstellen bij de klassieke spiegelreflex gaat helemaal buiten de sensor om. (Dat bestond immers al in tijden van film.) Bij de moderne systeemcamera gebeurt het scherpstellen op basis van de beeldinformatie die de sensor verzamelt. Uiteindelijk gaat het om het verwerken van een hele hoop informatie. Het gaat om het rekenvermogen van de computer en de formules die je gebruikt om die informatie te verwerken. Op dat punt zijn in de laatste jaren enorme stappen gezet. (Maar in het bos heb je daar niets aan) En Canon en Sony hebben een enorme voorsprong om de simpele reden dat ze ook al een hele tijd met video bezig zijn. En daar gaat het automatisch scherpstellen in principe op dezelfde manier. En het is uiteraard niet zo dat Sony en Canon hun formules beschikbaar stellen aan de concurrentie.
Dus Nikon loopt iets achter.
Is dat een probleem? Eigenlijk niet. Mijn laatste spiegelreflex was een D750 en die heeft hetzelfde autofocus-systeem als de camera’s waarmee de professionals op de Olympische Spelen in Londen plaatjes stonden te maken van het Olympisch record van Usain Bolt. Oftewel: als je weet wat je doet, kom je een heel eind met zo’n D750.
En de autofocus van mijn Z-systeemcamera is beter dan de autofocus van de D750. Dus me dunkt dat het goed genoeg is. Tenminste; ik fotografeer weinig onderwerpen die de snelheid van Usain Bolt benaderen. En de autofocus van de concurrenten is dus iets beter. Dat betekent dat een merk bij een vergelijk minder punten krijgt toebedeeld. Het zij zo.
Dat een hele hoop bekende youtubers in hun zucht naar likes en views die kritiek omschrijft in sappige, klikvriendelijk bewoordingen, is een probleem. Dat veel mensen dat over nemen is een nog groter probleem. Dat er een houding is ontstaan waarbij men het als een grondrecht ziet dat elke nieuwe camera een revolutionaire verbetering moet zijn en dat men beledigd is als een camera dat niet is, is ronduit gestoord.
Een redelijke, goed onderbouwde discussie is eigenlijk niet meer mogelijk. En dan hebben we het hier over camera’s en niet eens de grote thema’s van de wereld.
Om de zaken in balans te houden is het daarom wel lekker om het bos in te kunnen vluchten met een camera.
Dus nogmaals: terwijl bijna elke influencer en vlogger loopt te z****n over de autofocus is de slechtziende fotograaf blij dat de nieuwste camera hem eindelijk met de hand laat scherpstellen, zodat hij weer nieuwe dingen kan proberen.
Slecht zien helpt soms wel om de dingen wat beter te bekijken, zullen we maar zeggen.
Peter